dinsdag 1 maart 2011

Bergafwaarts

Voor Oudjaarsavond waren we door Bo Hua uitgenodigd om met zijn gezin en famile het diner mee te maken.  Li YuMei (zijn vrouw) was met verschillende vrouwelijke gasten de hele dag druk geweest met de voorbereidingen.  Twee grote tafels stonden later dan ook vol met feestelijke gerechten, zoals varkensvet, eendesnavels, kroepoek, vis, tofu, meer gevolgelte en groenteschotels. 
We hadden gehoopt om Nieuwjaarsdag het dal weer in te gaan om dan noordelijk te reizen, misschien zelfs tot BingZhongLuo.  Er waren echter twee problemen.  Bo Hua (de herbergier) bleef volhouden dat alle verkeer voor twee dagen plat zou liggen.  Bovendien ik het nieuwe jaar met heftige diarrhee, waardoor ik toch het liefst in de buurt van de w.c. zou blijven. 
Inderdaad ligt op Niewjaarsdag (en de volgende dag) de hele Chinese economie zo’n beetje stil.  Voorafgaand aan deze stilte is de tijd voor de jaarlijkse massale volksverhuizing.  In de week vóór Oud & Nieuw moeten opeens 80 miljoen Chinezen opeens naar de ouders, familie en/of geboorteplaats.
Het was eigenlijk heel gezellig in het dorp.  Het was zelfs druk in de hoodstraat.   En op het plein bij de school en pagoda was er ook van alles te beleven: basketballen, boogschieten (met traditionele Lisu bogen), en schommelen op een grote schommel, gemaakt van boomstammetjes en lianen.  Mensen gaven elkaar sinaaasappels of zonnebloempitten, en iedereen was vrolijk en blij.  Er waren eigenlijk vrij veel auto’s in het dorp, meest van familieleden die er met de feestdagen waren.  Ook kwamen er verschillende keren busjes met toeristen aan.  Die wandelden dan met grote, dure kameras door de dorpsstraat, maar na een half uurtje zakten ze altijd weer af naar het dal.  Sommigen vonden het maar vreemd om in dit afgelegen dorp westerlingen aan te treffen. 
Aan het eind van de dag hebben we heel eigenwijs de koffers ingepakt.  Ik had sterk het idee dat God voor ons iets geregeld had, zodat we de volgende ochtend toch de berg af konden.  Inderdaad hoorde ik bij het klaren van de dag (dat is vrij laat omdat heel China dezelfde tijdzone kent) de klaxon van een vrachtauto, en uit ervaring wist ik wat dat betekende.  “Opschieten!  Aankleden en klaar maken, want we gaan zo meteen vertrekken!”
Ik heb dus snel met Bo Hua afgerekend, de familie hartelijk gegroet, en de rit geregeld.  Voor twee-en-een-halve Euro per persoon konden we meerijden naar het stadje Fugong: een rit van ruim anderhalf uur. Gelukkig was mijn darmgestel zodanig tot rust gekomen dat ik deze reis dan ook kon maken.
De bergen zijn fantastisch, en we zijn er graag.  Maar na een kleine week zijn we toch altijd weer blij om het warmere dal met luxere hotels weer op te zoeken.  (Dat ons hotel in Fugong geen kamers met westers toilet had viel nauwelijks op als een serieus ongemak.)  Dus, het was bijna twaalf uur toen we –(ongeveer tegelijker tijd met de zon) aankwamen in Fugong. Aah! Heerlijke warmte; stralende zon!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten