woensdag 2 maart 2011

Jezus in de Bergen

Fugong is niet groot, en dichtbij het busstation zijn verschillende hotels met redelijke prijzen.  Voor tien Euro krijg je al een aardige tweepersoons kamer.  Bij een hotel tegenover het station hoorden we guitaarmuziek en zingen.  Ik herkende de melodie niet direkt, maar ik wist gelijk dat het Christelijke muziek was.  Ik stapte dus naar binnen en vond drie jongelui die achter de balie aan het oefenen waren.  Ze waren inderdaad Christenen, en ze vertelden me graag over de kerkdiensten: zaterdagavond en zondagmiddag.   Door onze bezoek-plannen met Christen-vrienden bleek het helaas onmogelijk deze kerkdiensten te bezoeken.  Het moet niet al te moeilijk zijn om een (Chinese) kerk te vinden in Fugong. 
Volgens Kim-Kwong Chang (hoofdstuk 1 in “Evangelical Christianity and Democracy in China” (redaktie: David H. Lumsdaine; publikatie van Oxford University Press, 2009) is ruim 90% van de Fugong bevolking van de Lisu minderheidsgroep.  In 1997 zei 70% van de plaatselijke bevolking Christen te zijn.  “Ondanks de politieke beperkingen die er bestaan voor het Christendom, is het Christelijk geloof (in aantal) gegroeid onder de Lisu bevolking.”  Fugong is dan ook de gemeenschap met hoogste percentage Christenen in China!  
In de westerse wereld hoor je (althans in de akademische wereld!) vaak alleen maar over de slechte invloed van de Christelijke zending.  Ze zouden de oude kultuur verwoesten en de mensen alleen maar afhankelijk maken.  Nu zijn er natuurlijk best voorbeelden te vinden waar zendelingen het verschil niet onderkenden tussen de leer van Jezus en de westerse traditie.  Toch zijn er ook veel voorbeelden van de positieve sociaal-kulturele invloed die kwam met het aannemen van het Christelijk geloof.  (Het verhaal van Bruchko is nog altijd mijn favoriet!)  Blijkbaar waren de zendelingen in Lisu land van streng puriteinse overtuiging, want ze stelden een aantal praktische leefregels op die wel de “Tien Lisu geboden” genoemd worden.  Daardoor werden er allerlei onekonomische en zelfs kultuurverwoestende gewoontes afgeschaft zoals: dure afgodsoffers, kostbare bruidsschatten, drankmisbruik en rookverslaving.  Het bleek al snel dat families en dorpen die Christenen werden de armoede konden ontvluchten.  “Hoewel het de zendelingen er vooral om te doen was om de Lisu te verlossen door geloof in Christus, brachten hun leringen zonder meer ook ekonomisch grote voordelen.”  Het gevaar bestaat nu uiteraard dat de (goed-bedoelde) geboden die eerst bevrijdend werkten, nu juist een nieuw wettcisme in de hand kunnen werken.    Zo hoorden we dat in sommige (huidige) Lisu kerken “bloemen plukken op zondag” werd beschouwd als een ernstige zonde tegen God en zijn gebod!
Laten we de Heer vragen om zijn gemeenten hier te versterken.  Vraag of de Heer dat door goede prediking, trouwe leiders -en uiteraard- door een krachtig werken van Zijn Geest, zijn Kerk hier mag groeien in een waar geloof.  Een van de zorgen voor de kerk van vandaag is dat de overheid veel kleine dorpsscholen wil sluiten zodat jonge kinderen het huis uit moeten.  Dit zal het moeilijker maken voor de ouders om hun kinderen op te voeden in de kennis van hun Goede Herder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten