vrijdag 18 februari 2011

Zalig Uiteinde

Oudjaarsavond in februari.  Er zou een kerkdienst zijn- om 8 uur.  Als goed opgevoede burgers kwamen we dus om vijf voor achten aan bij het kerkgebouw.  Maar alles was donker.  We bleven dus staan op de stoep, aan de rand van de afgrond.  In het diepe dal en aan de overkant van het zijdal zagen we regelmatig het licht van vuurpijlen in de donkere nacht.  Want hier, hoog in de bergen kan het echt donker zijn- iets wat je als stadsbewoner eigenlijk zelden meer ziet.  God’s belofte aan Abraham krijgt weer gestalte als je de melkweg ziet in volle glorie!
Om acht uur hoorden we gerommel bij de kerkdeur.  Lichten gingen aan en de deur stond nu open.  Er zou toch nog een kerkdienst zijn!  De koster groette ons kort, terwijl ons met hamer in de hand voorbij liep.  Bij de schuur (lees: vergaderzaal) hing een kerkklok in de vorm van een bodemloze gascylinder. Metaalachtig galmde de klok door het dal.  Het duurde niet lang voordat we lichtjes zagen aankomen, vooral uit de dorpsstraat, maar ook van linksonder uit het dal en rechtsboven van de berg.
Ernstig, doelbewust, liep men de kerkzaal in.  De mannen in donkere keldij, de vrouwen meest in bonte kleuren.  De mannen keerden links, de vrouwen –meest met hoed of pet- naar rechts.  En op het laatst- een hond die in het middenpad bleef staan.  Inmiddels was de voorzang al begonnen: een oudere man bij het middenpad gaf het liedboek nummer en vier verschillende tonen.  En toen hoorden we weer het volks-melodisch vierstemming gezang van de Nujiang Vallei.
Na een aantal gezangen ging een evangelist naar voren om het Woord te verkondigen- in de Lisu taal.  De hond was er nog, ook al had de eigenaar geprobeerd hem er uit te jagen.  Ik geen –heel solidair een bank naar achteren om naast het beest te zitten en drukte zijn achterste neer zodat hij braaf ging zitten.  We begrepen beiden niet veel van de boodschap, maar we zochten toevlucht tot de Heer die altijd aanwezig waar twee of drie zijn vergaderd in Zijn Naam.
Na een kwartiertje kwam de hond overeind; wellicht was de vloer te koud.  Het drentelde wat rond, maar toen het kwispelend zijn baas had gevonden moest die de kerk uit om het dier thuis te brengen.  Eigenlijk was het een wonder dat het zo lang had kunnen blijven; veel Christenen in de vallei beschouwen het kerkgebouw als heilige grond en dat past niet voor een gewone hond.  Bovendien staat er voor op het gebouw dat God houdt van de mensheid.  Volgens mij zegt de grontekst dat God Zijn schepping lief heeft.  Daarom maakte Hij een verbond met alle schepselen, en heel de geschapen natuur ziet uit naar de dag der Verlossing van de macht der boze.  God wil Zijn schepping herstellen tot volle glorie van de Schepper!  Als de Nujiang christenen dat beter zouden inzien zou er wellicht minder vuilnis gestort worden in de Razende Rivier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten